Sexpert-onderzoek UGent, SenSoa en KU Leuven weerlegt 13 seksuele mythes
Het Sexpert onderzoek is afgerond. Dit onderzoek was het grootste onderzoek dat in Vlaanderen ooit gevoerd is naar seksuele gezondheid. Tijd dus om de wekelijkse seksgeruchten op hln.be en consoorten achter ons te laten en te focussen op onderbouwd materiaal.
Enkele mythes die hierbij doorbroken worden:
Mythe: Jongeren starten steeds vroeger met seks
Feit: Jongeren starten iets vroeger maar zijn er daarom niet minder klaar voor. Het seksuele traject dat zij doorlopen is vergelijkbaar met de oudere generaties. Alhoewel ze dus iets vroeger beginnen, zijn ze er niet minder klaar voor.
Mythe: De Vlaming heeft 2 tot 3 keer seks per week
Feit: De Vlaming heeft gemiddeld 1 keer seks per week. Seksueel ervaren Vlamingen hebben gemiddeld 1.2 keer seks per week; dat is 5 keer per maand. De seksfrequentie is lager bij tieners, hoger bij twintigers, dertigers en veertigers en opnieuw lager (gemiddeld minder dan 1 keer per week) bij 50-plussers.
Mythe: Iemand met holebiseksueel verlangen vrijt met iemand van hetzelfde geslacht
Feit: Er is meer holebiseksueel verlangen dan er holebiseksueel gedrag is.Seksuele oriëntatie omvat namelijk zowel gedrag, verlangen, fantasie als zelfbenoeming. Drie kwart van de vrouwen met een holebiseksueel verlangen vrijen niet met iemand van hetzelfde geslacht en/of noemen zichzelf geen holebi (72%); bij de mannen is dit bijna de helft (46%). Er is dus meer holebiseksueel verlangen dan holebiseksueel gedrag.
Mythe: Mannen zijn geen slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Feit: Meer vrouwen, maar niet enkel vrouwen zijn slachtoffer. Vrouwen worden vaker het slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag dan mannen, en dit zowel in de kindertijd (10,6% van de vrouwen) als in de volwassenheid (6% van de vrouwen). Maar ook 6,3% van de mannen maakt minstens één vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag mee vóór de leeftijd van 18 jaar, en 1,7% van de mannen na de leeftijd van 18 jaar.
Mythe: Seksueel grensoverschrijdend gedrag bepaalt het later seksuele functioneren.
Feit: Seksueel grensoverschrijdend gedrag in de kindertijd is een risico voor minder goed mentaal en fysiek functioneren in het verdere leven.Slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn even tevreden met hun huidig seksleven en hechten er even veel belang aan dan niet-slachtoffers. Ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag in de kindertijd houdt echter wél verband met verminderd mentaal en fysiek welbevinden later in het leven.
Mythe: Seks is natuurlijk en spontaan en gaat altijd vanzelf.
Feit: 1 vrouw op 5 en 1 man op 8 heeft een seksuele disfunctie.Van alle seksueel actieve Vlamingen heeft 22% van de vrouwen en 12% van de mannen een seksuele disfunctie: een seksueel functieprobleem waarvan ze tevens last ondervinden. Hoewel er hinder wordt ondervonden in de relatie, door de partner of door de persoon zelf, is het hulpzoekend gedrag eerder beperkt. 4 op 5 vrouwen en 1 op 8 mannen met een seksuele disfunctie hebben daarover nog nooit een hulpverlener gecontacteerd.
Meer info vind je in dit persbericht.
Het SEXPERT-onderzoek is gebaseerd op een representatieve steekproef van 1.852 Vlamingen tussen 14 en 80 jaar oud, met evenveel jongeren (14-25 jaar), volwassenen (26-49 jaar) als 50-plussers zodat over elk van de groepen betrouwbare uitspraken kunnen worden gedaan.Daarnaast werden 432 tweedegeneratie Vlamingen van Turkse origine bevraagd én 2.468 personen die minstens 1 homoseksuele, lesbische of biseksuele component (gedrag, fantasie, verlangen of zelfbenoeming) in hun leven erkennen.